Voor een goede innovatiestrategie voor regionale specialisatie zijn leren van beleidservaringen en overnemen van praktijken uit andere regio’s essentieel. Maar hoe weten we welke regio’s hierbij als referentie kunnen dienen? Dat is een fundamentele vraag bij elk ervarings- of benchmarkingproces.
Referentieregio’s zijn regio's waarin de structurele omstandigheden die relevant zijn voor ontwikkeling op basis van innovatie, vergelijkbaar zijn. Structurele omstandigheden zijn omstandigheden die niet gemakkelijk op korte termijn gewijzigd kunnen worden worden en die aantoonbaar van invloed zijn op innovatie en economische ontwikkeling van een regio. Kijken naar regio’s met soortgelijke structuren in termen van sociale, economische, technologische, institutionele en geografische kenmerken kan helpen te ontdekken welk beleid en welke praktijken doeltreffend kunnen worden overgedragen en wat daarmee in een vergelijkbare regio kan worden bereikt. Uiteraard kan zo'n regio het toch beter of slechter doen als we kijken naar prestaties, economisch succes en innovatieresultaten. Bij de vergelijking wordt dan ook niet naar de prestaties gekeken en ook niet gezocht naar de "best presterende" vergelijkbare regio's. De gedachte is (i) dat je alleen lering kan trekken door naar vergelijkbare regio's te kijken, en (ii) dat je zowel van successen als van mislukkingen kan leren als de vergeleken regio's maar genoeg op elkaar lijken.
De structurele gelijkenis wordt bepaald op basis van 42 variabelen die representatief zijn voor sociaal-demografische kenmerken, sectorale structuur, technologische specialisatie, economische openheid en externe links, bedrijfsgrootte, type en kwaliteit van de instellingen, sociale en ondernemersgeest en menselijk kapitaal. De variabelen worden gecombineerd tot een samengestelde index die een maat is voor de structurele "afstand" (mate van verschil) tussen twee regio's.
Met de interactieve tool kan een lijst van regio’s worden gegeneerd, met bovenaan de regio's die het meest op een vooraf gekozen regio lijken en onderaan de minst vergelijkbare regio's. De volgorde wordt bepaald door de structurele afstandsindex (een lage waarde betekent dat de betrokken regio qua structuur dichter bij de andere staat).